Auto- en Motorrijschool Jebo

Om praktijkexamen te mogen doen voor je autorijbewijs moet je eerst in het bezit zijn van het theoriecertificaat. Voor deelname aan zowel het theorie- als het praktijkexamen is de minimale leeftijd 18 jaar. Deze leeftijdsgrens geldt ook voor praktijklessen. Met het rijbewijs B mag je een personenauto of busje tot en met 3500kg besturen met maximaal acht passagiers en een kleine aanhangwagen.

Wanneer je met een personenauto, bus of vrachtwagen een aanhangwagen, caravan of oplegger van meer dan 750kg wilt trekken, heb je in de meeste gevallen een rijbewijs E in combinatie met rijbewijs B, C of D nodig.

Ben je jonger dan 21 jaar? Dan moet je de motoropleiding ‘A beperkt’ doen en het examen op een lichte motor afleggen. Na twee jaar mag overgestapt worden op een zwaardere motor. Ben je ouder dan 21? Dan mag je kiezen of je ‘A beperkt’ volgt of de zware categorie A zonder beperking. Het behalen van het motorrijbewijs is opgedeeld in twee delen: voertuigbeheersing (avb) en verkeersdeelneming (avd). Het examen voortuigbeheersing mag je ook doen als je een rijbewijs B hebt. Voor het examen verkeersdeelneming moet je wel een theoriecertificaat A hebben.

Voor zowel de auto als voor de motor kan een spoedopleiding gevolgd worden. Dit betekent dat je binnen afzienbare tijd je rijbewijs kunt halen. Hier zijn echter wel een paar voorwaarden aan verbonden. Wil je meer informatie over de spoedopleidingen neem dan gerust contact met ons op.

Als je wel een aanhangwagenrijbewijs hebt, maar je twijfelt aan je rijvaardigheid dan kunnen wij jou helpen om je de fijne kneepjes van het (achteruit) rijden bij te brengen.
Je kunt de training met eigen auto en caravan/aanhanger volgen, maar je kunt ook bij ons terecht voor één van onze combinaties.

Voordat je praktijkexamen kunt doen, moet je geslaagd zijn voor het theorie-examen. Als je daarvoor slaagt ontvang je een theoriecertificaat. Dat certificaat wordt digitaal opgeslagen. Je mag alleen theorie-examen doen als je achttien jaar of ouder bent.

Het examen bestaat uit twee onderdelen. Het ene onderdeel bevat 25 vragen over gevaarherkenning. Het tweede onderdeel bevat 40 vragen, waarvan 30 over verkeersregels en 10 over verkeersinzicht. Bij gevaarherkenning krijgt u vragen over hoe u zou handelen in een bepaarlde verkeerssituatie. Bij verkeersregels en verkeersinzicht gaat het om ja/nee vragen, meerkeuzevragen en vragen waar u zelf een getal moet invullen. U moet minimaal 13 van de 25 vragen over gevaarherkenning en 35 van de in totaal 40 vragen over verkeersregels en verkeersinzicht goed beantwoorden om te slagen.